dinsdag 8 januari 2013

Balansverslag literatuur


  1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom?
- De ontdekking van de hemel:
dit werk van Harry Mulisch sprak mij aan, om dezelfde reden dat het een zodanig groot en werelds boek is geworden. Het verhaal was prachtig, de personages meer dan interessant en de schrijfstijl van Mulisch is daadwerkelijk bewonderenswaardig.
- Post voor mevrouw Bromley: Post voor mevrouw Bromley heeft mij op bepaalde passages zo weten te ontroeren, dat het me voor altijd bij zal blijven. Stefan Brijs wist een prachtig verhaal neer te zetten, waardoor je niets anders kán dan het in één keer te verslinden.
- Allemaal willen we de hemel: dit boek van Vlaamse hand heb ik vroeg in mijn middelbare schoolcarrière gelezen, maar vergeten kan ik het niet. Ik kan alleen maar lovend zijn over de verschillende verhaallijnen, die uiteindelijk allemaal weer bij elkaar komen. Dit boek mag zeker niet ontbreken in mijn top 10.
  2)  Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen?
Met name de lessen over de Romantische stroming zijn belangrijk voor me geweest. Dit komt voornamelijk omdat ik deze lessen gelijk kon toepassen bij het lezen van de Max Havelaar van Multatuli. Ze kwamen ook zeker van pas tijdens het schrijven van het ‘betoog’ over dit boek ten opzichte van de Romantiek. Met parate kennis was het geen kunst om Romantische kenmerken te herkennen in de Max Havelaar en dus een boeiend verslag te schrijven.
De rest van de zgn. ‘stromingslessen’ waren natuurlijk ook van belang. We hebben twee jaar lang verplicht boeken uit bepaalde stromingen moeten lezen en dan is het altijd handig om kennis te hebben over de stroming waarin het boek geschreven is.
  3)  Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand?
Ik heb over het algemeen weinig weerstand ondervonden tijdens het lezen van literaire werken. Dit komt voornamelijk omdat ik zoveel mogelijk probeerde om enkel boeken te lezen waarvan ik zeker wist dat ik ervan kon gaan genieten.
Wanneer ik een boek minder leuk vond (zoals De Kroongetuige) dan kwam dat mijns inziens door de schrijfstijl van de schrijver, of het plot zelf. Maar gelukkig heb ik over het algemeen kunnen genieten van de boeken die ik heb gelezen.
  4)  Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken?
Ik denk dat ik zeker mag stellen dat ik in de loop der tijd anders ben gaan kijken naar literatuur. In het begin van de vierde was ik van mening dat de ‘volwassenenliteratuur’ nog niet voor mij was weggelegd. Ik vermaakte me nog steeds prima met de tienerboeken en dacht dat de literatuur die we moesten gaan lezen stoffig en saai was.
In de loop der jaren is dit beeld echter bijgedraaid. Het begon te dagen na boeken als Joe Speedboot maar bereikte toch echt een climax na De Ontdekking van de Hemel en Post voor mevrouw Bromley. Ik kon het toen simpelweg niet meer opbrengen om te doen alsof deze literatuur nog niet voor mij was weggelegd. Ik ben met veel plezier gaan lezen en kan met grote zekerheid stellen dat ik een degelijke ontwikkeling heb doorgemaakt. Ik hoop dat ik nog meer prachtige ‘volwassenenliteratuur’ mag gaan verslinden.
  5)  Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden.
Je kunt op mijn blog wel zien dat ik een redelijke ontwikkeling heb doorgemaakt als het gaat om de kwaliteit van de verslagen. Zo begin ik in de vierde klas met een redelijk verslag over Allemaal willen we de hemel, gevolgd door een minder/slecht verslag over Loverboys. In de jaren die volgen, vind ik dat de kwaliteit van de verslagen sterk stijgt. In het begin schreef ik voornamelijk ‘recensies’, wat ik erg fijn vond werken. Deze recensies weken voor een algemeen verslag, waarin ik zoveel mogelijk kanten van een boek bespreek. Ook deze werkvorm vond ik erg aangenaam, zeker omdat dit soort verslagen erg goed helpen bij het voorbereiden op een mondeling literatuur.
Het betoog over de boeken uit de Romantiek en de Verlichting moest even van de grond komen, maar kwam ook zeker tot zijn recht toen ik eenmaal bezig was.
Ik heb niets (positiefs, noch negatiefs) aan te merken op mijn werkproces. De ene keer begin je op tijd aan je werk, met als gevolg dat je een prima verslag schrijft. Er zijn echter ook gevallen geweest waarin je te laat begint met lezen en schrijven, waardoor de verslagen iets slordiger zijn.
  6)  Welke plaats denk je literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Ik vind deze vraag ietwat opmerkelijk en lastig te beantwoorden. Ik kan niets anders zeggen dan dat ik erg genoten heb van zeer veel literaire werken, dus de kans is groot dat ik door blijf gaan met de zoektocht naar de meest prachtige of aangrijpende boeken. Ik ben zeker niet van plan te stoppen met lezen en ik heb het lezen dan ook nooit als een (vervelende) verplichting gezien.
  7)  Welke advies heb je voor je literatuurdocenten?
Ik heb (gelukkig) helemaal niets aan te merken op mijn literatuurdocent, maar wel op de het hele werkplan wat betreft het lezen van literatuur.
Ik vond het namelijk zeer onaangenaam dat het lezen vaak als een verplichting werd gebracht: men hanteert een strak tijdschema en daar kan logischerwijs niet van worden afgeweken. Dit zorgt echter wel vaak voor vervelende situaties. Zo vind ik het erg betreurenswaardig dat ik een boek als Indische Tantes in mijn lijst heb staan. Het was een prima boek om te lezen, maar ik vind het de titel ‘literair’ niet waardig. Ik had echter geen keus: ik zat (misschien niet eens helemaal terecht) in tijdnood en móést een dun boekje lezen. Ik vind het jammer dat er zo wordt vastgehouden aan strenge richtlijnen, omdat ik denk dat het lezen vooral leuk moet zijn. Natuurlijk, men moet een zekere basiskennis hebben en daar komt ook bij kijken dat je boeken uit verschillende stromingen leest. Maar probeer jezelf niet altijd vast te klampen aan dit ideaal. Wat kan het jullie schelen of wij een boek te veel of te weinig uit een bepaalde periode hebben gelezen? Geniet van het feit dat er gelezen wordt en promoot het feit dat er gelezen wordt. Kijk naar de literaire waarde van een boek, niet enkel naar het jaartal dat erachter staat. Als de tijdsdruk dan in het vervolg iets minder is, dan durf ik mijn hand ervoor in het vuur te steken dat meer leerlingen met plezier gaan lezen en dus ook met plezier een verslag schrijven. Dit verhoogt de kwaliteit van de verslagen en dus logischerwijs ook van het mondeling dat ter afsluiting wordt afgenomen.


Stromingsverslag 'De Uitvreter'


Titel: De Uitvreter
Schrijver: Nescio (J.H.F. Grönloh)
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van eerste uitgave: 1911
Aantal pagina’s: 40
Genre: novelle

Samenvatting
De Uitvreter’ vertelt het (korte) verhaal van Japi (‘Z’n achternaam heb ik nooit geweten’), oftewel de Uitvreter. Het verhaal wordt door Koekebakker verteld.
Japi raakt ‘bevriend’ met de Amsterdamse schilder Bavink, wanneer ze samen op een schip naar de Zijpe zitten. Ze raken aan de praat en Bavink is wel geïnteresseerd in het nietsdoen en ‘versterven’ van Japi. Ze reizen samen door naar Amsterdam, waar Japi Koekebakker en zijn vriend Hoyer ontmoet.
Japi verblijft geruime tijd in Amsterdam, terwijl hij op de zakken van Bavink en Koekebakker teert. Hij maakt enkele tochten naar België, Frankrijk en Friesland, maar na een paar weken duikt hij altijd weer op. Na een paar jaar krijgt Japi toch het gevoel dat ook hij iets moet gaan doen voor de kost en hij begint te solliciteren bij verschillende kantoren. Dit levert bijna altijd niets op, maar na een paar sollicitaties kan hij aan de slag. In de tussentijd heeft hij het Franse meisje Jeanne ontmoet en meteen is hij smoorverliefd. Dan raakt Jeanne echter ziek: ze heeft een ontsteking aan de borst en zal niet lang meer leven. Japi werkt harder dan ooit tevoren, totdat hij er genoeg van heeft en besluit te stoppen.
Om de laatste passage te omschrijven, gebruik ik een citaat: ‘In Mei trok i naar Nijmegen. Daar schreef i me op een briefkaartje, dat Jeanne aan haar borstkwaal gestorven was. Daar hatti op gewacht, schreef i. Op een zomermorgen om half vijf, toen de zon prachtig opkwam, is hij van de Waalbrug gestapt. De wachter kreeg hem te laat in de gaten. ‘“Maak je niet druk, ouwe jongen,” had Japi gezegd, en toen was i er afgestapt met zijn gezicht naar het Noord-Oosten.
Na een kort leven van ‘uitvreten’ heeft Japi zichzelf verdronken.

Kenmerken van de stroming
Na lang twijfelen tussen de naturalistische stroming en de neoromantische stroming, heb ik gekozen voor de neoromantische stroming. De kenmerken van deze literaire stroming zijn onder andere:
1) Escapisme: de neiging tot het ontvluchten van het dagelijks leven.
2) Zwerflust.
3) Het verzetten tegen de maatschappij.
4) Het hebben van onvervulbare verlangens.

Het escapisme zien we goed terug in het gedrag van Japi: hij zit dagenlang aan de waterkant, na te denken over het leven. In geen enkele mate is hij geïnteresseerd in wat dan ook: ‘“Nee Goddank”, zei Japi, “en ik dicht ook niet en ik ben geen natuurvriend en geen anarchist. Ik ben Goddank heelemaal niks.”’ Men zou op het eerste gezicht denken dat Japi te lui is om te werken, maar deze luiheid straalt hij niet in het verhaal uit. Je krijgt als lezer echt het gevoel dat het vlugge leven gewoonweg niet voor Japi gemaakt is.
De zwerflust uit de neoromantiek zien we terug in de vele reizen van Japi: het gebeurt meer dan eens dat hij voor een paar weken vertrekt naar bijvoorbeeld Brussel, Normandië, Friesland (waarvan de reis altijd onopgehelderd is gebleven) en zelfs Afrika. Wat hij tijdens deze reizen doet is onduidelijk, maar het is wel duidelijk dat hij ook in verre landen leeft van andermans goedheid.
Japi verzet zich op een ongewone manier tegen de maatschappij van zijn tijd. Hij voert geen actie, noch protesteert hij. Nee, zijn verzet bestaat uit het langs de waterkant zitten: hij weigert te werken en deel te nemen aan de maatschappij. Bavink en Koekebakker weten allebei van wanten, maar helaas slaat hun werklust niet over op Japi. Japi blijft liever versterven, terwijl hij nadenkt over zijn leven.
De onvervulbare verlangens worden meteen al duidelijk in hoofdstuk I: ‘Hij had maar één wensch: te versterven, onaandoenlijk te worden voor honger en slaap, voor kou en nat. Dat waren je groote vijanden. Eeuwig en altijd moest je weer eten en slapen, moet je weg van de kou, werd je nat en beroerd of moe. Zoo’n waterplas heeft ’t maar goed, die golft maar en weerspiegelt de wolken, is aldoor anders en blijft toch gelijk. Hij heeft nergens last van.’
Als laatste romantisch kenmerk, zou ik de Weltschmerz kunnen noemen. Dit lijden zien we pas terug in het laatste hoofdstuk: Jeanne ligt op sterven, zes van zijn zeven kinderen komen te overlijden en Japi komt erachter dat het leven niet voor hem gemaakt is (‘O nee. Te sappel had i zich gemaakt. Vijftien jaar ouder geworden was i in de laatste drie, vier jaar.’). Je moet het laatste hoofdstuk meerdere malen teruglezen om het grauwe, donkere pessimisme te ontdekken. Maar wanneer je dit eenmaal hebt ontdekt, zul je zien dat dit dunne boekje niet zo makkelijk te doorgronden is.

De Uitvreter van Nescio is niet echt een duidelijke exponent van de neoromantiek. Ik meldde al eerder dat ik moeite had te kiezen tussen het naturalisme en de neoromantiek. De Uitvreter bevat namelijk ook naturalistische kenmerken. Zo is Japi geen bijzondere protagonist. Nee, Japi is gewoon een mens zoals ieder ander. Het verhaal wordt objectief verteld door Koekebakker en door het hele verhaal heen zien we geen spoortje van Nescio zelf. Het belangrijkste naturalistische kenmerk is misschien wel de ontnuchtering van Japi: hij leeft eerst heel simpel, maar dan komt hij erachter dat het leven niet voor hem is weggelegd.
De Uitvreter bevat dus ook zeker naturalistische kenmerken en kan daardoor niet worden omschreven als een duidelijke representant van de neoromantiek.


zaterdag 24 november 2012

Leesverslag 'Post voor mevrouw Bromley'


Titel: Post voor mevrouw Bromley
Auteur: Stefan Brijs
Aantal pagina’s: 506
ISBN: 9 789045 019840

Met de woorden ‘ik vind niet dat jullie een mondeling literatuur bij mij mogen doen, zonder een boek van Stefan Brijs te hebben gelezen!’ kreeg ik dit pareltje in mijn handen gedrukt. Nog nooit had ik van Stefan Brijs gehoord, maar daar zou snel verandering in komen.

Samenvatting
Post voor mevrouw Bromley vertelt het tragische verhaal van John Patterson. John Patterson is een jongen van 19 jaar, die op het punt staat Engelse literatuur te gaan studeren aan King’s College, Londen. John verloor zijn moeder vlak na zijn geboorte, dus nu woont hij samen met zijn vader, die als postbode werkt.
Dan breekt opeens de oorlog met de Duitsers uit. Enthousiast komt de zeventienjarige Martin Bromley bij John langs om hem te vragen samen naar het front te gaan. Martin is al sinds jongs af aan de beste vriend van John, maar zijn stoerheid en agressiviteit zijn vaak teveel voor John. Ook nu laat hij het afweten en vertelt hij Martin dat hij binnenkort gaat studeren en dus niet meegaat om tegen de Duitsers te vechten. Martin meldt zichzelf wel aan, maar komt niet door de keuring wegens zijn leeftijd en lengte. Toch weet Martin na een paar weken zichzelf bij de Royal Fusiliers binnen te smokkelen, als hij de geboortepapieren van zijn (oudere) overleden broer Matthew gebruikt.
Tijdens zijn studie ontmoet John William Dunn, een student Duitse literatuur. Samen bouwen ze een hechte vriendschap op, gebaseerd op de vele literaire teksten die ze elkaar proberen bij te brengen. William verzet zich fel tegen de (onjuiste) Engelse propaganda en is bezig een pamflet samen te stellen, waarin hij alle leugens en misstappen van de Britse regering over de oorlog aan de kaak stelt. De druk op ‘thuisblijvers’ neemt echter toe: iedereen die oud genoeg is om te vechten maar zich niet aanmeldt, wordt minachtend aangekeken en bespot. De druk wordt na een paar weken voor William te groot en hij ontneemt zichzelf het leven, John vriendloos achterlatend.
Als John’s vader een paar weken later ongelukkig om het leven komt tijdens een brand en John een brief vindt, gericht aan mevrouw Bromley, waarin het overlijden van ‘Matthew’ Bromley wordt bevestigd, is de maat vol en meldt ook hij zich aan voor het leger.
In het leger wordt John aangesteld als de bediende van Luitenant Ashwell, een vriendelijke man. John’s compagnie heeft het relatief rustig en na een paar maanden krijgt John drie dagen verlof. Hij kiest ervoor om naar Poperinge te gaan, een ‘Brits’ dorpje in Noord-Frankrijk, waar hij Jack Cunningham, een oud compagniegenoot van Martin, ontmoet. Jack vertelt John over de tragische dood van Martin, die helemaal niet heldhaftig blijkt te zijn geweest. Onthutst keert John terug naar zijn eigen compagnie, om te horen dat ze over een paar dagen de loopgraven in moeten. John besluit zijn afscheidsbrief aan mevrouw Bromley te schrijven, waarin hij tevens vertelt dat Martin gestorven is. Gebroken maakt hij zich klaar voor de strijd.
Een paar dagen later vertrekt hij naar de loopgraven.

Verwachting
Mijn verwachtingen over Post voor mevrouw Bromley waren neutraal, naar de positieve kant hellend. Op aanraden van een wijs man kreeg ik het boek in handen, dus ik had wel zo mijn ideeën over de kwaliteit van het boek. Echter, het feit dat de setting van het verhaal de Eerste Wereldoorlog is, maakte het dat ik toch mijn twijfels had. Er zijn vele boeken over deze gruwelijke periode geschreven, dus enige angst voor een uitgekauwd verhaal was er zeker.

Thema
Het thema van Post voor mevrouw Bromley is de waanzin van de (Eerste Wereld)oorlog. Deze waanzin begint bij het uitbreken ervan: duizenden jongemannen zijn laaiend enthousiast over de verschrikkingen die hen te wachten staan. Opgejut door de Britste propaganda melden vele stommelingen zich aan, klaar om een ‘held’ te worden. Vervolgens gaat de waanzin door in de loopgraven, waar jonge jongens voor het mitrailleurvuur worden geworpen, waarbij ze een verschrikkelijke dood sterven. In Londen houdt de waanzin ook niet op: thuisblijvers worden gesard, gejend en gepest tot ook zij zich aanmelden. Iedereen gelooft in de Britse leugens over de overwinningen en volgens de gevreesde overlijdensbrieven sterft elke Britse soldaat een heldendood, met een kogel door het hart.

Motieven
1) De dood:
dit motief spreekt natuurlijk voor zich. Miljoenen soldaten vinden de dood in de zinloze Eerste Wereldoorlog. John wordt ook geconfronteerd met de dood van vele dierbaren.
2) John Keats: de brieven van Keats spelen een belangrijke rol in het verhaal. Het was de lievelingsschrijver van John’s moeder en John neemt de brieven van Keats mee naar het front, waarmee hij zich vaak zal troosten.
3) Angst: angst is in Post voor mevrouw Bromley een alles verslindend en onverzadigbaar monster. De angst begint bij het uitbreken van de oorlog en blijft vervolgens als een vergiftigde mantel over de lichamen van de mensen liggen.
4) Eenzaamheid: de eenzaamheid van John zal en kan ik niet mooier en ontroerender beschrijven dat dit citaat: ‘De tranen vielen op mijn handen, op het vel papier, de inkt liep uit. Ik huilde niet om Walter, al evenmin om Gladys, zelfs niet meer om Mary, ik huilde enkel om mezelf, om alles wat ik nooit had gehad en nooit zou krijgen. Ik had al jaren een leven van steen geleid. Van dat besef was ik tijdens het lezen doordrongen geraakt. Ik keek om me heen, naar de barak vol lege bedden, het puin dat op de vloer lag, de geknakte balken van het dak, en dacht, dit ben ik, dit is mijn lichaam, mijn ziel, een ruimte waarin iedereen altijd slechts op doortocht is geweest, waar niemand wilde of kon blijven, waar wind en regen vrij spel hadden.’ (blz. 443).
5) Groepsdruk: de groepsdruk wordt veroorzaakt door een combinatie van angst, waanzin en propaganda. De menselijke geest wordt beïnvloedt door de vele verschrikkingen en propagandaleuzen, waardoor zij alle thuisblijvers als lafaards gaan beschouwen.
6) De post: de post fungeert als een dubbelzijdig zwaard in het verhaal. Zo is John’s vader als postbode van overlijdensbrieven een gevreesde doodbrenger, maar wordt John telkens weer als een held onthaald wanneer hij de brieven en pakketjes aan de leden van zijn compagnie uitdeelt.
7) Leugens: het hele leven van John is doordrenkt van de leugens. De leugens in de overlijdensbrieven, maar ook de leugens die hij zelf schrijft. Zo kan hij het niet over zijn hart verkrijgen om mevrouw Bromley te vertellen over Martin’s dood.

Beoordeling
Schrijfstijl:
de schrijfstijl van Stefan Brijs is zeer aangenaam. Ik dacht dat ik er wel een paar weken over zou doen om het 506 pagina’s tellende boek uit te lezen, maar mede door de inhoud van het verhaal duurde dit maar een paar dagen. Alhoewel Brijs niet zeer hoogstaand formuleert, toch weet hij de belangrijke passages (zie ‘Motieven’) zeer mooi te verwoorden.
Inhoud: de gebruikte personages in Post voor mevrouw Bromley zijn ietwat standaard. Zo is mevrouw Bromley de liefhebbende moeder, John’s vader de zwijgende man en luitenant Ashwell de man met het geheim. Deze formule zorgt echter wel voor een goed lopend verhaal, dat ik met plezier heb gelezen.
Citaat: ‘Die nacht schreef ik een brief een mevrouw Bromley. Ik had een kaars bij mijn bed aangestoken en pen en papier gepakt. Het werd een afscheidsbrief. Daarin bedank ik haar voor alles wat ze voor mij had gedaan, voor alles wat ik van haar had geleerd en bovenal voor haar onvoorwaardelijke liefde al die jaren.’ (blz. 495).
Het perspectief is eenvoudig: het hele verhaal wordt vanuit de ogen van John verteld. Hier valt voor de rest niet veel meer over te zeggen.

Eindoordeel
Post voor mevrouw Bromley was een zeer verrassend boek. Aan het begin was ik bang dat het verhaal net als alle andere oorlogsverhalen zou zijn, maar die angst is gelukkig niet waargemaakt. Het boek las zeer vlot weg en wist me op de nodige momenten te ontroeren. Meer dan eens gaf het boek mij stof tot nadenken, om me vervolgens weer als een uitgehongerde op het boek te storten.
Het taalgebruik was niet hoogstaand, noch was dat het geval voor de inhoud van het verhaal. Dit verandert 
echter niets aan het feit dat ik blij ben dat ik dit boek in mijn handen kreeg gedrukt.















maandag 29 oktober 2012

Leesverslag 'De Ontdekking van de Hemel'


Titel: De Ontdekking van de Hemel
Auteur: Harry Mulisch
Aantal pagina’s: 900
ISBN: 978 90 234 2822 0

Na 17 jaar van onwetendheid is uiteindelijk ook mijn geest verrijkt met dit Magnum Opus van Harry Mulisch. 900 bladzijden lang mocht ik genieten van dit prachtige boek, zonder ook maar één keer verveeld te zijn.
Ik ben van mening dat De Ontdekking van de Hemel te goddelijk is om beschreven te worden door een simpel leesverslag, maar ach. Ook ik ben gebonden aan aardse verplichtingen.

Samenvatting
Na een niet geheel toevallige ontmoeting tussen Onno Quist en Max Delius volgt een lange en meer dan innige vriendschap. De twee zijn meer dan vrienden, zonder verdere bijbedoelingen. Waar Onno gaat, gaat Max en vice versa. De gesprekken die ze voeren zijn onbegrijpelijk voor buitenstaanders, maar betoverend voor de twee zelf. Max wordt bij toeval (?) verliefd op de jonge celliste Ada, met wie hij een relatie opbouwt. Zij is echter niet belangrijk genoeg om Onno aan de kant te schuiven en na een paar maanden verbreekt Ada de relatie met Max.
Max vertrekt voor een paar weken naar Oost-Europa (in de hoop informatie te krijgen over zijn familie) en tijdens zijn afwezigheid begint Onno een relatie met Ada. Met zijn drieën gaan ze naar Cuba (waar Ada zal moeten optreden) en enkele weken na hun terugkomst blijkt Ada zwanger te zijn.
Het geluk mag helaas niet lang duren: tijdens een autorit naar Drenthe worden Max, Onno en de zwangere Ada geraakt door een omvallende boom, waarna Ada in een onomkeerbaar coma geraakt. Gelukkig kan zij nog wel bevallen en de kleine Quinten wordt geboren. Onno verkeerd echter in een dilemma: zijn politieke carrière staat op het punt te beginnen, dus hij zal geen tijd hebben om Quinten op te voeden. Max biedt aan om samen met Sophia (Ada’s moeder) naar Drenthe te verhuizen, waar zij samen voor het kind kunnen zorgen.
Dan volgt een lange periode op landgoed Groot Rechteren, waar Quinten opgroeit. Maar na zonneschijn komt altijd regen: Onno’s politieke carrière wordt abrupt beëindigd en tijdens zijn ontslag krijgt hij te horen dat zijn vriendin bruut is vermoord. Eenmaal thuisgekomen schrijft hij 3 brieven (voor Max, Quinten en Sophia) en vertrekt hij voorgoed uit Nederland.
Nadat Max 4 jaar later een hoogst uitzonderlijke dood sterft, besluit Quinten Onno te gaan zoeken en vertrekt hij (zonder zijn gymnasium af te maken) naar Italië. Hij bezoekt eerst Venetië, dan Florence en vervolgens Rome. In Rome komt hij zijn vader tegen in het Pantheon en samen besluiten ze weer een relatie op te bouwen. Dan doet Quinten plotseling een schokkende ontdekking, die hij koste wat het kost wil controleren en uitvoeren. Dit leidt hen onder andere naar het Sancta Sanctorum en Jeruzalem, alwaar er vreemde dingen gebeuren.

Verwachting
Mijn verwachtingen voor De Ontdekking van de Hemel waren uiteraard zeer groot. Hoe kan het ook anders? Dit alom geprezen (en later verfilmde) stukje hemel staat in ieders boekenkast en kan niet onopgemerkt blijven. Zeker na de dood van Mulisch (en de werkelijk geniale cartoon in de Volkskrant) was de drang om dit boek te lezen zeer groot. Dit kon, voordat ik begon te lezen, al niet meer fout gaan.

Thema
Het thema van De Ontdekking van de Hemel is (hoe kan het ook anders) het ontdekken van de hemel. Het hele boek blijkt uiteindelijk naar een geweldige, alles bevredigende climax toe te werken. 5 minuten nadat Max in al zijn onwetendheid de hemel heeft ontdekt, sterft hij onder verdachte omstandigheden. Dit ongelukkige lot blijft Quinten bespaard, maar later blijkt dat ook hij een belangrijke rol speelt in het ontdekken van de hemel.
Het is zeer opvallend en ik denk ook uitzonderlijk, dat een boek (zo dik als deze) een thema heeft dat niet dominant aanwezig is. Pas nadat je het boek hebt uitgelezen beginnen er dingen te dagen, wat een zeer aangenaam effect geeft.
Motieven
1) Het goddelijke:
na elk deel van het boek volgt een zogenaamd Intermezzo, waarin twee goddelijke krachten met elkaar in gesprek gaan. Soms wordt dan duidelijk waarom de dingen gegaan zijn zoals ze zijn gegaan. Vaak blijkt dan dat zij de drijvende kracht achter de gebeurtenissen waren.
2) Vriendschap: de vriendschap tussen Onno en Max is een zeer belangrijk punt in De Ontdekking van de Hemel. De beschrijving van de twee vrienden is zo intiem, innig, geweldig, dat ik soms met enige jaloezie las. De chemie tussen deze twee personen is zo groot dat elke kleine gebeurtenis al een waar genoegen wordt om te lezen.
3) De dood: de dood speelt (ook) in dit boek een belangrijke rol. Meerdere malen moeten (belangrijke) personen de Grim omhelzen. Deze komt soms zeer onverwachts, wat dan een zekere mate van teleurstelling met zich mee kan brengen. Vaak blijkt dat deze personen niet voor niets heengingen.
4) De decalogen: deze ’10 Woorden’ (ofwel de 10 Geboden van Mozes) spelen pas in de laatste 200 bladzijden van het boek een rol. Ze beginnen dan het leven van Quinten in Rome te overheersen en laten hem pas rusten als hij zijn ontdekking heeft kunnen bevestigen.
5) Filosofie: de filosofie wordt meerdere malen op een prachtige manier naar voren gehaald. Niet de filosofie van bestaande filosofen, maar de filosofie van de hoofdpersonen. Quinten, Onno en Max hebben alledrie een meer dan intelligente geest, die vaak prachtig op papier wordt verwoord. Een van de mooiste filosofische uitwerkingen is die van Onno, wanneer hij in Rome een brief aan zijn vader voorleest:
Citaat: ‘Heerschappij is onontbeerlijk omdat zij de spil is van het leven zelf. In elke cel wordt macht uitgeoefend: door het DNA-molecule in de kern. Daar zetelt het erfelijke materiaal, dat de lakens uitdeelt.’ (Hoofdstuk 51, blz. 689).
6) De Burcht: De Burcht is de benaming voor het architectonische wonder uit de Somnium Quinti: deze burcht zorgt voor veel uitleg over de architectuur uit verschillende perioden en zijn voor Quinten ook de reden waarom hij naar Italië vertrekt.
Beoordeling
Schrijfstijl:
de schrijfstijl van Harry Mulisch is als een parel op een pad vol kiezelstenen. Ook al schrijft hij regelmatig over (redelijk) zware onderwerpen, het blijft goed te lezen. Lange beschrijvingen over bijvoorbeeld De Burcht zijn interessant, niet slaapverwekkend. Zelfs zijn filosofische uiteenzettingen zijn wonderbaarlijk en een waar genoegen om over na te denken.
 Vooral de laatste 200 bladzijden, waarin Quinten zijn ontdekking doet, zijn zo prachtig geschreven, vol spanning en actie, dat het boek niet weg te leggen is en je wil blijven lezen.
 Inhoud: de personages van Harry Mulisch zijn een zeer belangrijke factor in zijn Magnum Opus. Stuk voor stuk prachtige verschijningen, die hun eigen bijdrage hebben geleverd aan de bedwelmende sferen uit het boek. Stuk voor stuk individuen, die precies goed zijn zoals ze zijn. De eerste beschrijving van Quinten is dan ook de perfecte weergave en samenvatting van de bijzondere jongen. 
Citaat: ‘Pasgeborenen plachten er toch uit te zien als boksers aan het eind van de laatste ronde: opgezwollen, met dichtgeslagen ogen, dizzy van het doorstane geweld, - maar wat daar lag in de afgesloten, glazen ruimte, als een kostbaar museumstuk in een vitrine, leek werkelijk eerder een putto, zoals te zien op italiaanse schilderijen uit de renaissance: alleen de vleugels ontbraken.’ (hoofdstuk 33, blz. 424).
De perspectieven die Mulisch in zijn verhaal gebruikt, zorgen voor aangename afwisselingen. Dan weer in de huid van Max, dan weer in de huid van Quinten, dan weer in de huid van Onno en dan weer in de huid van de goddelijke verschijningen: de afwisseling houdt het verhaal levendig en vlot. Door zichzelf niet aan één persoon te ketenen, heeft Mulisch ervoor gezorgd dat de lezer het verhaal van verschillende kanten kan volgen en niet gebonden is aan één paar ogen, maar aan meerdere.
Eindoordeel
Aan het begin van dit leesverslag zei ik, dat een leesverslag als deze nooit de lading van dit meesterwerk zou kunnen dekken. Ik blijf vasthouden aan deze gedachte, wat ervoor zorgt dat ik van mening ben dat een eindoordeel nooit voldoende zal zijn om mijn hele gedachtegang over dit boek weer te geven.
Toch wil ik deze laatste kans om lyrisch te zijn over dit meesterwerk aangrijpen. Ik kan maar niet genoeg benadrukken wat voor plezier het was om De Ontdekking van de Hemel te lezen. Telkens weer word je als lezer geboeid en geketend door het verhaal. Je begint mee te leven met alle personages en zelfs medelijden te ontwikkelen in tijden van verdriet. De goddelijke draai was voor mij soms moeilijk te accepteren, aangezien dit voor vele (vaak) drastische beslissingen zorgde. Als je die gebeurtenissen dan later analyseert, dan blijkt dat deze vaak noodzakelijk waren voor het verhaal, wat dan weer enige rust voor de geest geeft.
Ik ben blij dat ik deze parel pas heb gelezen in de zesde klas, aangezien er redelijk wat zware kost in het verhaal voorkwam. Nu ik enige kennis bezit, was dit echter alleen maar een verrijking die ervoor zorgde dat het verhaal nóg boeiender werd.
Concluderend wil ik dus aanraden aan iedereen, jong en oud, om deze schatkist aan vermaak te lezen. Ik verzeker je: het is de moeite meer dan waard.












maandag 27 augustus 2012

Keuzeopdracht Verlichting, opdracht 1

De Verlichting. Een roerige tijd vol vernieuwingen, waarin de oude stempel flink op de schop werd genomen. De kreten die schreeuwden om een nieuwere, moderne samenleving werden steeds luider, totdat men er niet meer omheen kon. Wat is er eigenlijk overgebleven van deze periode? Kunnen wij nog steeds met recht stellen dat we ons in een democratische samenleving bewegen, waarin de macht eerlijk is verdeeld en men tolerant, verdraagzaam en eerlijk is?

Allereerst het democratische aspect. De Verlichters streefden ernaar om de samenleving wat vrijer te maken. Ze hadden niet de bedoeling om de monarchen dan maar meteen van de troon te stoten en een kopje kleiner te maken, als de stem van de bevolking maar iets zwaarder mee kon tellen.
We kunnen (gelukkig) stellen dat dit ideaal volledig ten uitvoer is gebracht (in de Westerse wereld): iedere burger heeft het recht om zijn stem te laten horen en draagt dus op een manier bij aan de politieke besluitvorming. Dit geldt helaas niet voor alle landen op de wereld: vooral in het Oosten is er nog geregeld sprake van een dictatuur, waarin alle idealen van de Verlichting teniet worden gedaan.
Pratend over vrijheid kunnen we gelukkig wel stellen dat de andere vrijheidspunten, zoals godsdienstvrijheid, ook tot hun recht zijn gekomen. In de gehele Westerse wereld kan men zelf kiezen waar men in gelooft. Ook dit zou een overwinning zijn voor de Verlichters. Tot mijn spijt kunnen we echter wederom weer melden dat dit níét geldt voor alle Oosterse landen.

Ik denk dat de Verlichters meer teleurgesteld zouden zijn indien zij konden kijken naar onze uitvoering van tolerantie, verdraagzaamheid en eerlijkheid. Men is vandaag de dag steeds minder tolerant, verdraagzaam alsmede eerlijk. Verscheidene politieke partijen propaganderen tijdens hun campagne nog steeds met deze punten, maar men lijkt er niet meer naar te luisteren.
In het nieuws duiken steeds meer gevallen op van zaken waaruit blijkt dat men steeds minder tot geen waarde meer hecht aan deze, toch zeer belangrijke begrippen. Men richt zich over het algemeen steeds meer op zichzelf en laat het afweten tegenover zijn medemens.

De hedendaagse samenlevingen komen echter niet alleen op deze punten tekort. Ik ben van mening dat mensen als Rousseau en Van Alphen zich zeer zeker niet konden vinden in de manier waarop het hedendaagse kind wordt opgevoed. Deze teleurstelling begint al bij het materialistische aspect van de opvoeding: het kind wordt steeds meer verwend met materie. De ouders letten steeds minder en minder op de lessen die het kind moet leren. In plaats van dat het kind leert spelen en leren, loopt het voor de tiende verjaardag al rond met de nieuwste mobieltjes en iPods.
Buiten dit materialistische aspect, schieten wij als samenleving ook tekort op de belangrijke normen en waarden die een kind moet worden bijgebracht. Een verklaring voor het gebrek aan tolerantie, verdraagzaamheid en eerlijkheid (zie bovengenoemde punt), kan verklaard worden door de matige opvoeding die een kind krijgt. Dit is niet wat de grote Verlichte denkers een paar honderd jaar geleden voor ogen hadden.  

Al met al is het lastig te beoordelen wat er nog over is van de Verlichte idealen en wat niet. De vrijheidspunten van de Verlichters zijn lang geleden vastgelegd in constituties en zullen naar mijn mening tot het einde der tijden blijven bestaan. Dit geldt echter weer niet voor de oudere normen en waarden, die vandaag de dag steeds meer verwaarloosd worden.
Ik ben van mening dat er in de loop der tijd altijd dingen zullen veranderen. Men zal altijd hun vrijheid willen behouden en idealen nastreven, maar het gewicht van verschillende normen en waarden zullen blijven verschuiven.  

zondag 5 augustus 2012

Leesverslag 'Moord op het Pieterpad'

Titel: Moord op het Pieterpad
Auteurs: Gebroeders Wagenaar
Aantal pagina’s: 254
ISBN: 90 5672 124 0


Samenvatting
Nadat Lubber Klein Eggink zijn wandelgroep aan het einde van de rit enorm heeft verbaasd met zijn schokkende doch prestigieuze mededelingen, wordt hij de volgende ochtend op een kerkhof gevonden, de hersens met geweld ingeslagen. Jaro van Campen, lid van de wandelgroep, wordt de volgende ochtend wakker in het hotel van de wandelgroep, nat van het bloed. Hij kan zich niet meer herinneren wat hij de vorige avond heeft uitgespookt en heeft last van een ontzettende kater. Wanneer de politie vervolgens bij zijn hotelkamer aanklopt om hem, net zoals de rest van de groep, te ondervragen, raakt hij in paniek. Het eerste wat hem te binnen schiet is vluchten. Snel verlaat hij het hotel om de hele wandelroute die ze zojuist hebben bewandeld, het Pieterpad, opnieuw te lopen, op zoek naar aanwijzingen. Dan volgt een lange achtervolging, waarin Jaro uiteindelijk zelf slachtoffer dreigt te worden van de moordenaar van Klein Eggink.

Verwachting
De gebroeders Wagenaar waren voor mij, tot het lezen van deze detective, een onbekend schrijversduo. Op internet werd Moord op het Pieterpad beschreven als een prachtig debuut, wat ervoor zorgde dat ik meer ging verwachten van dit boek.
Daarnaast draagt het genre ook bij aan de toch wel redelijk hoog gestelde verwachtingen bij het pakken van dit boek. Net zoals bij De misleiding (zie vorig verslag), verwachtte ik veel spanning in deze detective. De titel op zich bracht al een zekere mate van spanning met zich mee.
Al met al verwachtte ik dus veel van dit boek.

Motieven
1) Opsporing:
na de moord op Klein Eggink staat het hele boek in het tegen van opsporing. De politie zoekt naar Jaro, evenals de moordenaar van Klein Eggink, en Jaro is zelf op zoek naar eventuele aanwijzingen. Dit zorgt uiteindelijk voor een hectisch geheel en een verrassende ontknoping.
2) De holle boom: Jaro denkt te weten waar hij het bewijs kan vinden wat hem vrijpleit: een holle boom langs het Pieterpad. Hij meent dat Klein Eggink deze holle boom in zijn laatste toespraak verborgen had, maar de exacte locatie weet hij niet. Over het hele Pieterpad zoekt hij talloze holle bomen af, zonder enig resultaat..
3) A.C.W. Staring: Antoni Christiaan Winand Staring loopt als een lijdraad door het hele verhaal heen. Zowel Klein Eggink als Jaro en Roxanne zijn gespecialiseerd op het gebied  van deze dichter, en hij wordt dan ook meerdere malen aangehaald en geciteerd. Daarbuiten speelt deze Nederlandse poëet ook een andere, meer belangrijke rol in het geheel.
4) Pieterpad: deze hele detective speelt zich af op een groot deel van het langste wandelpad van Nederland: het Pieterpad. Dit is de route die Klein Eggink en zijn wandelgroep hebben afgelegd en die Jaro een paar dagen later nóg eens bewandeld, op zoek naar eventuele aanwijzingen.

Thema
Het thema van Moord op het Pieterpad is wraak/jaloezie. De moordenaar en zijn compagnon kunnen het niet uitstaan dat Lubbert Klein Eggink promotie maakt en willen dus van hem af. Daarnaast wil de daadwerkelijke moordenaar opeisen wat volgens hem aan hem toebehoort: het landgoed van Staring.

Beoordeling
Schrijfstijl:
de gebroeders Wagenaar hebben Moord op het Pieterpad zeer aangenaam geschreven. Voordat ik begon te lezen, had ik de angst dat een verhaal, geschreven door twee personen, nooit lekker kon lopen en dat men goed kon onderscheiden wie welk stuk heeft geschreven. Deze verwachtingen klopten echter niet: het verhaal is een vlot en vloeiend geheel, zonder haperingen of onderbrekingen. Het was makkelijk weg te lezen en daardoor des te spannender.
Citaat: ‘De beelden van gisterenavond werden helderder, alsof in zijn hoofd een camera werd scherpgesteld. Hij wist weer dat hij met die eindeloze wandeltocht van Lubbert bezig was en at hij… nee, nee, nee!’ (Hoofdstuk 4, blz. 34).
Inhoud:  qua personages en hun ontwikkeling hebben de gebroeders Wagenaar een mooi werk afgeleverd. Door het hele verhaal ondergaan zij verschillende ontwikkelingen: de moordenaar en zijn wordt steeds desperater om Jaro tegen te houden aanwijzingen te vinden en Jaro wordt steeds wanhopiger de juiste holle boom te zoeken. Dit zorgt uiteindelijk voor een geweldige climax, waarin de uitkomsten niet voorspelbaar zijn.
Kijkend naar het vertelperspectief brachten de schrijvers niet veel vernieuwing. Men volgt het verhaal vanuit verschillende oogpunten, die uiteindelijk allemaal grotendeels bij elkaar komen. Dit hebben zij goed en duidelijk uitgewerkt, zonder al te veel te stunten. Dit neemt echter niet weg dat het verhaal makkelijk en aangenaam was om te lezen.

Eindoordeel
Moord op het Pieterpad is een lastig boek om te beoordelen. De gebroeders Wagenaar hebben een standaard boek geschreven, zonder veel vernieuwing of opvallendheid. Het boek was zeker aangenaam om te lezen, maar ook weer niet meer dan dat. Men zou kunnen stellen dat er van dit soort boeken dertien in een dozijn gaan.
De setting die gekozen is, het Pieterpad, is wel origineel. Het landschap wordt uitvoerig beschreven en men krijgt het idee dat je zo in de trein kan stappen om alle beschreven locaties te bezoeken.
Kijkend naar het geheel valt Moord op het Pieterpad te omschrijven als een gemiddeld boek, dat desondanks het ontbreken van grote verrassingen toch niet onplezierig was om te lezen.
Citaat: ‘Kersten was woedend. Voor de zoveelste keer was hij in gedachten teruggegaan naar die nacht dat hij zelf opzij was gesprongen, niet voor een brullende motor, maar voor een brullende terreinwagen. Maar ook net op het nippertje (Hoofdstuk 74, blz. 252).













dinsdag 31 juli 2012

Leesverslag 'De misleiding'

Titel: De misleiding
Auteur: Jan Kremer
Aantal pagina’s: 195
ISBN: 90 70282 97 6


Samenvatting
De misleiding is een spannende beschrijving van het onderzoek naar de moord op een Cubaans-Nederlandse leider van een criminele organisatie. Vanaf het begin af aan is al duidelijk dat crimineel bendeleider Tsvigoen hier iets mee te maken heeft, maar hij lijkt ongrijpbaar.
 Tijdens deze vertelling kijkt men mee over de schouder van officier van justitie Thomas Kwint en rechter-commissaris Alex Dewinter.
Alex wordt door het gehele onderzoek bijgestaan door Zena; huurster van Dewinters appartement en zogenaamde ‘witte heks’. Samen reizen ze af naar onder andere Londen en Cuba, met de hoop daar antwoorden te vinden op hun vele vragen.
Het verhaal neemt een paar bladzijden voor het einde een onverwachte wending, wanneer het verhaal opeens een stuk bloediger wordt dan het voorheen was en schrijver Kremer weet de lezer ook aan het slot zeer te verrassen met zijn ontknoping.

Verwachting
Bij het pakken van dit boek kon ik, enkel kijkend naar de naam van de auteur, geen oprechte verwachtingen hebben. De naam ‘Kremer’ was mij tot dan toe onbekend en ook de korte beschrijving van zijn dagelijks leven en de recensies over zijn eerder geschreven boeken zeiden mij niets, noch nam de hoeveelheid adrenaline in mijn bloed toe of af.
Het genre van het boek deed me echter wel iets. Onder de naam van de auteur stond namelijk in kleine letters het woord Thriller. Dit moest veel goeds voorspellen: spannende achtervolgingen, moorden aan de lopende band en gevaarlijk mooie vrouwen. Al met al waren mijn verwachtingen dus redelijk hoog gesteld.

Motieven
1) Vastberadenheid:
meteen in het begin van het boek wordt dit motief al duidelijk: officier van justitie Kwint wordt door een criminele bende in elkaar geslagen en gewaarschuwd zich niet met hen te bemoeien. Dit geeft hem echter meer reden om deze bende op te doeken. De rechtelijke macht piekert er niet over om de criminaliteit te bestrijden.
2) Bescherming: tijdens het slot van het boek wordt duidelijk dat een van de oorzaken van alle gebeurtenissen te maken heeft met bescherming: Thomas Kwint en zijn vrouw heb kinderen om te beschermen en Alex Dewinter wil na grote verliezen niet óók nog eens zijn Zena kwijtraken. Op haar beurt probeert Zena ook voor de nodige bescherming te zorgen met behulp van haar witte hekserij.
3) Zoektocht: dit motief kan ook omschreven worden als mysteries: door het hele verhaal komt men onopgeloste vragen en een tekort aan aanwijzingen tegen. Op het eerste gezicht lijkt het zeer gemakkelijk te zijn om personen achter slot en grendel te zetten, maar naarmate de tijd vordert ziet men in dat heel wat criminelen vrij rond blijven weten te vliegen.

Thema
Het algemene thema loopt als een bloederige lijdraad door het hele verhaal heen: macht. Drie wapenhandelaren in Arnhem willen het alleenrecht, het monopolie op de wapenhandel en zullen er alles aan doen om dit in handen te krijgen. Het doel heiligt de middelen.

Beoordeling
Schrijfstijl:
Jan Kremer heeft in zijn boek De misleiding een aangename schrijfstijl. Hij heeft een vlotte manier van schrijven, wat erg handig is in de misdaadliteratuur. Het hele verhaal wordt zodanig beschreven dat de lezer nog weleens voor zeer grote verrassingen/plotwendingen te staan komt. Deze doen zich met name in het slot voor en zorgt eigenlijk voor een zeer grote climax.
Kremers gebruik van justitiële termen heeft ook een extra toevoeging aan het verhaal. De lezer komt zo tijdens het lezen in aanraking met de rechtelijke macht van Nederland. Dit geeft een leuke, informatieve twist in het verhaal.
Citaat: ‘De duopassagier spant de haan van het wapen en richt die op Dewinter. Er is geen enkele ontsnappingsmogelijkheid. Zena gilt. Op het moment dat Dewinter zich afvraagt of hij zijn vrouw en dochter in het hiernamaals zal ontmoeten, haalt de duopassagier de trekker over.’ (Hoofdstuk 19, blz. 125).
Inhoud: Jan Kremer heeft mij, kijkend naar de personages, erg weten te interesseren. Hij zet een bijzondere mix van zeer uiteenlopende types op poten, wat het lezen erg interessant maakt. Elk personage heeft wel zijn of haar eigen inbreng en toevoeging aan het verhaal. De karaktereigenschappen zijn daardoor erg belangrijk en zorgen voor vele motieven in het verhaal.
Het vertelperspectief valt ook te omschrijven als goed. Men volgt het hele verhaal vanuit twee oogpunten, wat voor zeer uiteenlopende opvattingen kan zorgen. Aan de ene kant volg je een man die alles doet om zijn gezin te beschermen en aan de andere kant staat een gebroken man, die enkel de criminaliteit wil bestrijden. Dit maakt het lezen een groot plezier.

Eindoordeel
Ik vond De misleiding van Jan Kremer een zeer goed voorbeeld van misdaadliteratuur. Kremer zorgt voor een zeer vlot en levendig verhaal, waarin de verschillende kenmerken van een thriller zeer goed tot hun recht kwamen. Hij weet mij als lezer keer op keer te verrassen en schroomt niet om zeer uiteenlopende beslissingen over zijn personages te nemen.
Kremers gebruik van justitiële termen is ook te omschrijven als een leuke bijkomendheid, zeker omdat hij ook de moeite neemt om deze termen te verduidelijken.
Op basis van het feit dat De misleiding een thriller is, verwachtte ik veel van dit tot dan toe onbekende boek. Nu valt deze thriller niet in hetzelfde straatje als de wereldberoemde boeken van I. Fleming en hoefde ik dus eigenlijk niet te rekenen op bloederige actie aan de lopende band, tóch wist Kremer mij tot het einde te boeien en wist hij een spannende thriller neer te zetten.
Citaat: ‘De officier was bewusteloos. Hij was gekleed in een korte broek en een wit T-shirt dat op de rug doordrenkt was met bloed. Een van zijn trimschoenen ontbrak. Verder zag hij eruit alsof hij verzeild was geraakt in een op hol geslagen kudde stieren.’ (Hoofdstuk 1, blz. 7).